De regels voor het behalen van het rijbewijs zijn de afgelopen decennia flink veranderd. Tegenwoordig kan iemand in zijn 16e jaar beginnen met het behalen van zijn of haar rijopleiding, maar hoe zat dat vroeger eigenlijk?
In 1896 verscheen de eerste auto in Nederland. Het aantal auto’s steeg niet zo snel in het begin. Vier jaar later reden er pas ongeveer 200 auto’s in ons land. In 1905 werd de Motor- en Rijwielwet doorgevoerd. Dit hield in dat je verplicht was om een rijbewijs te behalen voor het motorvoertuig te mogen besturen. Die tijd werd het rijbewijs zonder examen op aanvraag verstrekt.
Oprichting CBBR
Het Centraal Bureau voor de afgifte van Bewijsstukken van Rijvaardigheid werd in 1927 opgericht. Via dit bureau kon je voor vier gulden een geldig rijexamen afleggen. In januari 1955 werd het eerste leerboek uitgegeven. Daarin stonden de eisen voor het praktijkexamen beschreven. De ontwikkelingen zette zich vanaf dat moment door. Zo werd acht jaar later het theorie-examen schriftelijk afgenomen in plaats van mondeling.
De regel dat je eerst je theorie-examen moest behalen voordat je deel mocht nemen aan het praktijkexamen werd doorgevoerd in 1984. Tussen 1986 en 1996 werd er al geëxperimenteerd om de leeftijdsplicht van 18 jaar te verlagen. De leeftijd werd in 1986 verlaagd naar 17,5 jaar en zou in 1996 weer 18 jaar worden.